Bevrijding van de Toeslagen en haar onderworpenen

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Bevrijding van de Toeslagen en haar onderworpenen

Één op de drie Nederlanders, 5.2 miljoen huishoudens, zijn in Nederland afhankelijk van toeslagen (huur-, zorg-, kinderopvang- en kindgebonden-toeslag). Zonder deze toeslagen kunnen zeker velen van hen niet rondkomen. Zeker 1,4 miljoen huishoudens (ongeveer 3 miljoen mensen) met problematische schulden zouden dan resoluut onder het bestaansminimum zakken, want zonder toeslagen zouden zij hun schulden nooit meer kunnen oplossen. Mogelijk is deze groep wel twee keer zo groot, want er zijn ook mensen die geen schulden hebben en toch volledig van toeslagen afhankelijk zijn om niet onder het bestaansminimum te zakken.

Het aanvragen van een toeslag gaat gepaard met vernedering, controles die ontworpen zijn op basis van wantrouwen. Voor elke aanvraag en herziening van een toeslag moeten bewijsstukken overleggen en volgen ambtelijke beoordelingen. Formulieren moeten naar waarheid worden ingevuld ook als ze onbegrijpelijk zijn. Een toeslag is een recht en voor heel veel mensen een onmisbare voorziening. Maar het ontvangen ervan is voorwaardelijk en zegt impliciet: jij bent niet te vertrouwen.

Vijf miljoen mensen zijn dus verre van autonoom, maar juist afhankelijk van regelinterpretatie. Het beschikken op een aanvraag impliceert dat een ander beoordeelt of jij wel of niet het recht, de financiële middelen, de rechtmatige toegang, hebt tot diensten op primaire leefgebieden, zoals een dak boven je hoofd, eten voor je gezin, toegang tot zorg onder angst voor hoge rekeningen, en misschien wel zelfs durven kijken naar de toekomst als een studie volgen. Op al deze gebieden zijn vijf miljoen mensen afhankelijk. Zij zijn daarmee minder autonoom, minder capabel. Ze zijn in die hoedanigheid niets anders dan onderdaan. Afhankelijk van en kwetsbaar voor hetgeen de overheid over hun inkomen beschikt.m

Hoe is het gekomen dat we miljoenen mensen afhankelijk houden van de overheid?

De oorzaken van deze situatie
Lonen te lang laag gehouden. De overheid heeft sinds het akkoord van Wassenaar in 1982 ingezet op loonmatiging, om bedrijven de ruimte te geven meer te investeren in innovatie en internationaal beter te kunnen concurreren. Nu 40 jaar later is wel duidelijk, het minimumloon is inmiddels te laag. Het is niet meegegroeid met de stijgende kosten op de verschillende leefgebieden. Denk maar aan de zorgkosten die elk jaar autonoom met 4% groeien, de huren en de vastgoedprijzen, de stijging van andere kosten voor onderwijs en studie. Bovendien werden in de afgelopen decennia eigen bijdragen gevraagd, zoals het eigen risico in de zorgkosten, de college gelden etc. De inflatiecijfers van het afgelopen jaar komen daar nog bovenop. Dit is natuurlijk vooral een probleem voor de laagste lonen. Maar het betreft ook inkomens niet zover boven het minimum niveau. Want het hele loongebouw is aan de onderkant geënt op het niveau van het minimumloon.

Flexbanen en ZPérs inkomens onzekerheid. Sinds de flexibilisering van de arbeidsmarkt zijn 1,7 miljoen mensen onderin het loongebouw afhankelijk van onzekere tijdelijke banen, nul-uren contracten. Ook komt opgedrongen ZP-schap voor. ZP-ers (1,1 miljoen mensen) hebben sowieso, net als flexbaners, wisselende inkomsten. Per saldo betekent dit voor deze groepen (de bovenlaag die succesvol is daargelaten) lage en onzekere inkomsten, terwijl de uitgaven hoog zijn en met regelmaat stijgen (inflatie etc). Het gaat hier om 1/3 van de totale beroepsbevolking. Daarom is er niet voor niets een deel van hen twee of meerdere banen hebben en komen daarmee niet of nauwelijks boven het minimumloon niveau
Deze mensen aan de onderkant van het loongebouw behoren bijna allemaal tot de eerdergenoemde vijf miljoen.

Rondpompen van geld kost geld. De rijksoverheid haalt belastingen op langs diverse bronnen (inkomstenbelasting, dividend belasting, btw etc). Deze middelen hevelt ze over naar de Dienst Toeslagen die de aanvragen van burgers beoordeelt. Het spreekt voor zich dat deze toedeling van middelen, we kunnen dit gerust rondpompen van geld noemen, een aanzienlijk beslag legt op de ambtelijke capaciteit. Deze kosten noemen we overhead. We schatten die op 10% van het budget van Toeslagen. In totaal werd er in 2022 bijna 16 miljard uitgekeerd. Daarboven op bedraagt de ambtelijke capaciteit 212 miljoen euro per jaar. Naast de adviseurskosten, advocatenkosten, kosten rechterlijke macht en huisvestingskosten. Dan telt die op een te besparen bedrag van minimaal 1,6 miljard euro per jaar.
Het rondpompen van geld gaat in tegen een van de belastingprincipes die niet alleen gelden voor de belasting maar ook voor de toeslagen: de efficiency en de effectiviteit. Het is zonneklaar dat door de lagen lonen het rondpompen wordt opgedrongen belasting en de toeslagen hadden kunnen worden voorkomen door de lonen op te hogen.

Groei van uitzonderingen voor speciale groepen. Ben je een Nederlander die vanwege een bijzondere omstandigheden het moeilijk heeft? Dan is de kans groot dat er een specifieke regel wordt geformuleerd op basis waarvan jij en anderen die daar last van hebben het recht heeft op een bepaalde toeslag of uitkering. Deze nieuwe regelingen komen vaak tot stand onder druk van lobbyorganisaties en de Tweede Kamer. En vervolgens moeten de regels gehandhaafd moeten worden. Dit creëert weer nieuwe bureaucratie in verschillende organisaties die allen belang hebben bij het in stand houden ervan. Want elk specialisme heeft zijn eigen kaders, routines, vak-eisen, zelfcorrectie etc.
Tot zover de bespiegeling over de oorzaken.

Wat te doen?

Er is een gedurfd plan nodig om wat te doen aan deze verworpen te bevrijden van de Toeslagenoverheid

Lonen omhoog, mogelijk verdubbelen.
De lonen in Nederland en de uitkeringen moeten omhoog, zodat niemand een beroep hoeft te doen op toeslagen. Het zou best kunnen dat we spreken over een verdubbeling van de lonen aan de onderkant van het loongebouw. En mocht het zo zijn dat dan nog steeds te veel mensen niet rond kunnen komen omdat bijvoorbeeld hun woonlasten te hoog zijn, dan is dat geen signaal om alsnog toeslagen te geven. Nee, dan ligt het eerder voor de hand vastgoed in het beheer te brengen van woningcorporaties en nog beter wooncoöperaties. Naast andere middelen om betaalbare woningen te realiseren zoals afschaffen hypotheekrente aftrek, huurbelasting etc.

Toeslagen afschaffen.
De toeslagen worden afgeschaft. Het loonniveau is zoveel hoger dat deze niet meer nodig zijn. Er is geen afhankelijkheid meer van de overheidsbureaucratie en ruimte voor fouten of fraude. Dit ontlast rechters en juristen en het maakt bepaalde overheidsorganisaties overbodig die uitvoeringskosten maken.

Minder belasting.
Het hogere loonniveau zal een grote meeropbrengst genereren voor de fiscus (via de inkomstenbelasting/ loonheffing en BTW). Ook de lagere uitvoeringskosten realiseren een besparing 1,6 miljard euro per jaar. Deze belasting-meeropbrengsten en de besparingen in de bureaucratie worden teruggegeven aan werkgevers, zodat zij dat kunnen wegstrepen tegenover de hogere kosten die zij maken door de loonsverhoging.

Samen verantwoordelijk

Met dit voorstel zijn werkgevers en werknemers weer samen verantwoordelijk voor een adequaat inkomen waaruit de gewone kosten voor levensonderhoud, waaronder de huur, de zorg, het onderwijs en studie, etc betaald kunnen worden. Zonder directe en onnodige tussenkomst van de overheid. Een vitale samenleving van mensen in werkgemeenschappen en bedrijven en daar met elkaar voor zichzelf kunnen zorgen.

Zorg diepgaand veranderen – Healthlab

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Zorg diepgaand veranderen – Healthlab

Gezondheid is een groot goed. De zorg is er voor als het minder met je gaat. Met de zorg zijn we druk, daar bedenken we nieuwe methoden, behandelingen, recepten, pillen en machines voor. Daarvoor wordt kennis gebald en veredeld, en daar wordt intellectueel eigendom geclaimd. En zorg is ook een bron van inkomen. Eén op de zeven mensen werkt in de zorg en dat wordt over 20 jaar één op de vier.

Met andere woorden we zitten diep in de zorg. Links of rechtsom. Dat geldt niet voor gezondheid, dat doen we er maar bij. Daar kan je geen geld mee verdienen. Veel van onze gezondheidskennis is niet te patenteren.

En als je ergens werkt, dan hecht je er aan, dan zijn er routines, dan is er overhead, dan zijn er nog veel meer gevestigde belangen.

Zo is de zorg een wicked problem geworden. Iets wat niet zomaar verandert, sterker nog, de zorg groeit autonoom 2 a 3% per jaar. In 2021 geeft elke Nederlander er per jaar 6,6 duizend euro er aan uit.

Als je de zorg wilt veranderen, dan zal dat op een diep niveau moeten gebeuren.

En dat hebben we in het Health lab nu bij een reeks professionals gedaan. Het Health lab, ontstaan mede onder auspiciën van Otto Scharmer (Theory U), is een team van veranderaars die professionals en organisaties helpen om de zorg volledig in dienst te stellen van gezondheid. Gezondheid op één.

In deze infographic beschrijven we de verschillende stappen die het proces behelst. Lees hier meer over in bijgaand artikel

Het Health lab helpt organisaties en professionals in de zorg om de gezondheid weer op één te zetten en hun particuliere en organisatie belang los te laten. Dan komt de passie weer in het werk, gaat de arbeidsproductiviteit omhoog en belangrijker de tevredenheid gaat omhoog van zieken en gezonden!

Onze energie – een pleidooi voor een commonsfonds

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Onze energie – een pleidooi voor een commonsfonds

Vormgeven aan de financiering van de energie-commons

In mijn praktijk van Schatmakers ben ik geregeld op zoek naar een slimme manier om de commons, de gemeenschap, weer vitaal te maken. In de energiewereld waar ik veel activiteiten uitvoer, kwam ik een interessante mogelijkheid tegen waarmee burgers samen hun eigen duurzame energieprojecten zelf financieren. Ik vertel je er graag meer over.

Aanleiding
De noodzaak voor een energietransitie is eminent. Overheids- en (quasi-)marktpartijen zijn actief om de energietransitie in diverse maatschappelijke sectoren tot stand te brengen. In de bebouwde omgeving doen zij dat vanuit hun eigen systeem-realiteit. Dat wil zeggen: het top down uitrollen van de Regionale Energie Strategieën waaronder de warmtenetten een belangrijke rol spelen, maar ook de realisatie (van overheidswege) van zonneparken en windmolenparken.

Tegelijkertijd is er een transitie gaande die het vraagstuk van energie raakt, maar ook andere maatschappelijke sectoren (werk/ armoede/ gezondheid/ landbouw/ etc). Die transities worden gekenmerkt door gestolde institutionele kaders en organisaties die proberen te optimaliseren en efficiëntie en effectiviteit te bevorderen maar feitelijk nog steeds handelen vanuit het eigen (reeds lang bestaande) paradigma. Dat paradigma gaat uit van voorspelbaarheid, collectiviteit, rechtmatigheid, routine, planning, regelgeving, hiërarchie en institutionele samenwerking en partnering.
In diezelfde transitie komen van ‘onderop’ zonder dat er door de systeempartijen om wordt gevraagd, initiatieven op die ook gericht zijn op de energietransitie. Dat zijn initiatiefnemers, huiseigenaren, huurders, bedrijven, instellingen die hun vastgoed en omgeving willen verduurzamen. Zij nemen initiatief voor duurzame opwek, besparingen, verduurzaming van vastgoed en het realiseren van energie buffers, elektrisch vervoer etc. het paradigma waar deze partijen naar handelen is er een van de commons, oftewel de gemeenschap. Mensen gaan uit eigen beweging, zelfgestuurd aan de slag, zij doen het met elkaar, er is sprake van coöperatie, wederkerigheid. Direct gewin is slechts een element, er zijn ook idealen, en er is betrokkenheid.

Bottom up beweging krijgt geen support uit het systeem
Deze beweging van onderop krijgt weinig support vanuit het systeem. Het is niet ingericht op initiatieven die niet bijdragen aan het eigen paradigma. Zo is de subsidieregeling Duurzame Energie tot stand gekomen door iedere inwoner en instellingen en bedrijven een opslag op de energierekening te geven en daarmee mee te laten betalen aan de subsidieregeling. Deze opslag (Opslag Duurzame Energie) voedt het fonds van de subsidieregeling. Het ministerie EZK voert de regeling uit via het loket van Raad voor Ondernemend Nederland.
De mogelijkheden van inwoners om subsidie uit deze regeling te krijgen – ondanks dat ze deze zelf voeden -, is beperkt. Vaak zijn het grote projecten die subsidie krijgen, niet zelden getrokken door bedrijven, die grote duurzame energieprojecten realiseren, bijvoorbeeld een windpark. Het eigenaarschap en de opbrengsten van deze windparken gaat naar deze bedrijven of beleggers achter deze bedrijven. En het komt ook voor dat deze bedrijven in het buitenland gevestigd zijn en het komt ook voor dat deze bedrijven zo behendig zijn in het voorkomen van het betalen van belasting dat zij de facto niets bijdragen aan de Nederlandse economie of de Nederlandse Belastingdienst.
Dat is op zich al opmerkelijk. Maar als we er historisch naar kijken is het nog een graadje erger. Energie is van oorsprong een commons goed. Zo is hout al eeuwen energie. In Zuid-Limburg tref je nog een eeuwenoud gezamenlijk productie bos (het Holset) waar de bewoners in de omtrek zelf hun gemeenschappelijke haardhout oogstten.

De vervreemding van de energievoorziening
Langzamerhand rond de eeuwwisseling rond 1900 namen provincie en gemeenten de productie van energie over. Het duurde vervolgens bijna 100 honderd jaar voordat de lokale energiebedrijven – na vele fusies – werden geprivatiseerd. De productie van energie werd geprivatiseerd en de distributie ervan werd in grote publieke netwerkbedrijven op aanzienlijke afstand van de gemeenten en provincies geplaatst. Vanuit de inwoners gezien is wat ruim 100 jaar geleden nog onze energie was, anno nu helemaal geen sprake meer van onze energie. Energie als commons goed werd eerst gecollectiviseerd en vervolgens geprivatiseerd en verZBO-t op grote afstand van ons als inwoners.

De verelendung van de commons
De geschetste ontwikkeling van de energie is ook terug te vinden in andere velden die vroeger onderdeel waren van de commons: volkshuisvesting (woningcoöperaties), gezondheid (groene kruis/ caritas), verzekeringen (onderlinge verzekeringen), pensioenen (bedrijfsverenigingen) etc. Deze velden ondergingen een vergelijkbaar proces: ze kwamen eerst onder de invloed gebracht van de staat (verstatelijkt) en werden later veelal naar de markt gebracht (vermarkt).
Het resultaat is dat de gemeenschap een leeggezogen domein is, terwijl de overheid en de markt volgeladen zijn met taken die over ons leven gaan.

Omgaan met de tegenstellingen

Op welke wijze kan de gemeenschap weer kracht krijgen om de doelen en ambities en verlangens die daar omtrent duurzame energie leven te realiseren zonder zich direct uit te leveren aan de overheid of de markt? Die vraag is opportuun. Iedereen die als transitiemanager actief is, heeft wel eens ervaren dat de systeempartijen, de overheid en de markt, in wezen niet geïnteresseerd zijn in de ideeën die in de gemeenschap leven. De facilitering van die verlangens is vaak teleurstellend, als die al in voorkomende gevallen überhaupt aanwezig zou zijn. En dat hoeft niet als een verwijt jegens de overheid of markt te worden opgevat. Deze desinteresse en onvermogen is te verklaren door de grote verschillen in culturele waarden en paradigma’s. Dat maakt een succesvolle uitwisseling tussen deze werelden weinig kansrijk.
De overheid kent beperkende regelingen, de marktsector kan haar winsten en schaaleffecten niet realiseren in en met de commons. Banken kunnen gemeenschapsinitiatieven niet goed financieren omdat ze de maatschappelijke waarde ervan niet kunnen waarderen. Het volgende schema maakt wel duidelijk hoe fundamenteel de verschillen tussen overheid, markt en gemeenschap zijn.

Om in deze context de commons sterker te maken is het zaak de energietransitie voor een deel in het beheer te brengen van de burgers, zodat zij samen kunnen beslissen over welke projecten gestimuleerd worden, hoeveel geld beschikbaar wordt gesteld uit een zogenaamd commonsfonds.

Circulaire governance
Een methode om de gemeenschapskracht te versterken is de introductie van “circulaire governance”. Circulair in de zin van de circulaire economie: daarin worden de waardencirkels tussen economische actoren korter en lokaal gemaakt.
Ieder gemeenschapsinitiatief is zoveel mogelijk autonoom. De autonomie veronderstelt dat de uitvoering ervan plaatsvindt met zo min mogelijk interventies van andere partijen in de sfeer van de overheid of de markt. Het initiatief kan zich zelf financieren, kan zelf haar benodigde kennis verzamelen, etc. Waar het de overheid nog nodig heeft, wordt dat zo lokaal mogelijk – met korte waardencirkels – ingericht. De autonomie versterkt de circulaire eenheid: beslissen, betalen en genieten liggen in één hand. Deelnemers in het gemeenschapsinitiatief ervaren hun volledige onverstoorde autonomie die ook een verantwoordelijkheid doet voelen om het met elkaar eens te worden.
Op het gebied van duurzame energie zien we een mogelijkheid tot circulaire governance te komen; bij de al eerder aangehaalde Opslag Duurzame Energie. Laten we onze verbeelding spreken. Elke Nederlander betaalt deze opslag in de eigen energienota. Om een idee te geven van de omvang: In Amsterdam betalen alle inwoners samen € 50 mln per jaar. De bedrijven en instellingen betalen samen nog zo’n € 50 mln euro per jaar. Dat geld vliegt de stad uit. Via allerlei schijven komt het in het landelijke subsidieloket van Raad voor Ondernemend Nederland.

Ophalen objectief – uitdelen subjectief
De cirkel van de financiering van duurzame energieprojecten kan worden ingekort door de geldstroom lokaal te houden en niet meer af te dragen aan de rijksoverheid.
We beginnen bij de inning. Iedereen blijft via de eigen energierekening verplicht af te dragen. Deze inning is gebaseerd op een objectieve norm en de incasso ervan loopt mee in de standaard procedure via de netbeheerders die elke maand toch al een rekening sturen aan elke inwoner. Daarmee is de bijdrage gewaarborgd en generiek en objectief.
Overigens is voor iemand met een uitkering of minimumloon het aandeel relatief groter dan iemand die veel meer te besteden heeft. Bovendien zijn de mensen met een laag inkomen vaak niet in staat hun woning te verduurzamen omdat zij huren van een woningcorporatie, zij zullen dus geen beroep doen op de subsidiemiddelen die ze mede zelf opbrengen. En staffel is veel eerlijker. Maar in de kern gaar het er om dat de bijdrage op basis van een objectieve norm geïnd wordt.
De inning gaat niet naar de rijksoverheid maar wordt gestort in een commonsfonds bestuurd door de mensen die het fonds voeden; de inwoners van de gemeente.
De uitkering uit het lokale commonsfonds is, anders dan de inning, niet objectief maar subjectief. Per subsidieaanvraag moet bekeken worden of het initiatief wordt geapprecieerd. Thema’s die in de commons relevant zijn, worden dan gewogen: CO2 besparingsvolume, het aantal mensen dat geëngageerd is, de mate waarin de winst verdeeld wordt, het eigenaarschap van bewoners te geregeld, de wijze waarom met energiearmoede wordt omgegaan. Dit zijn criteria de inwoners als ‘eigenaren’ van het fonds zelf bepalen en wegen. Uiteraard is het zaak dat de gemeenschappen zich bekwamen hoe zij dit proces inrichten op basis van waarden als open, transparant, inclusief etc. Hier voor zijn inmiddels in Nederland geweldige voorbeelden hoe dergelijke waarden radicaal worden behartigd. Ik denk aan Veerhuis Varik en ook aan 02025 in de hoofdstad van ons land.
In dit blog concentreer ik me op het circulair maken van de energietransitie doormiddel van het decentraal houden van de ODE gelden. Daarnaast kunnen ook op andere wijze de cirkel worden verkort: door de energieproductie en consumptie te poolen. Daar door wordt onnodig transport voorkomen dat de netwerkkosten verlaagt en door uitmiddeling mitigeren de hoge en lage kosten van energie in piek en dal momenten (van gebruik en opwek). Ook dat heeft een kostenbeperkend effect dat de commons ten goede komt.

Besluitvorming
De vorming van een commonsfonds voor duurzame energie vergt ook aandacht op het terrein van besluitvorming: Wie nemen de besluiten over de toekenning? Welke plek nemen de experts is? Hoe nemen de inwoners besluiten en hoe gaan ze om met minderheidsbelangen? Hoe zien zij toe op de publieke belangen dat zij bij toekenning van gelden ook werkelijk worden behartigt door de aanvrager? Hoe kan de scope van hun taakopvatting zo worden ingericht dat zij die minderheidsbelangen ook kunnen en zullen behartigen.
In wezen gaan deze vragen over de kwestie hoe een regelkring kan worden ingericht waar probleem veroorzakers en probleem hebbers met elkaar ‘gedwongen’ zijn om hun belangen tot een (collectief) optimum te brengen. Een eenvoudig voorbeeld van een regelkring is een regelvrij verkeersplein.[1] Als de beslissers en de betalers en de genieters dicht bij elkaar zijn dan treedt dit heilzame effect op.
Als de inwoners deze besluiten samen nemen, welke overheadkosten nemen zij dan weg uit de overheidskolom die nu het geld bij hen ophaalt en herverdeelt en hoe besteden zij de middelen en kunnen zij de tarieven van marktpartijen matigen en overheidsbureaucratie vermijden. In die zin mogen we verwachten dat de outcome van het fonds hoger zal zijn dan als het met de benodigde bureaucratie verdeeld wordt over een paar extra overheidslagen.
De besluitvorming zal zich in de context van een gemeenschap anders gedragen. Er bestaat een risico dat bepaalde groepen worden uitgesloten. Hiervoor kunnen maatregelen genomen worden die de besluitvorming inclusief maakt, denk aan methoden als sociocratie.

Leren in de commons
Er zijn natuurlijk ook projecten die stranden. Zeker in de energietransitie waar nog veel moet worden uitgeprobeerd. Juist door de toekenning van de projecten lokaal te houden is het ook mogelijk om nabij van elkaar te leren. De initiatiefnemers in de commons zijn niet uit op concurrentie en willen niet de anderen te vlug af zijn. In plaats van aftroeven en winst maken staan de indieners open voor kennisdelen en elkaar helpen. Project kwesties, terugslagen, zijn waardevolle bronnen voor andere opvolgende initiatiefnemers.

Analogie
Toen het kabinet Biesheuvel een ‘extra heffing’ ging vragen voor de bouw van de snelle kweekreactor Kalkar heeft de milieubeweging besloten dit bedrag niet te betalen. [2] Dat was een succesvolle actie.
Het kabinet Lubbers faciliteerde het protest door een aparte rekening aan te bieden waarop de protestanten hun ‘Kalkar’-bijdrage konden storten. Op deze manier werd wel het milieudoel gesteund door de burger maar niet het middel, een oplossing die andere ernstige milieueffecten zou hebben.
Uitgaande van deze analogie roep ik iedereen kom die meer vaart wil maken van een vitale commons in de energie zijn eigen Opslag Duurzame Energie in te houden en deze in een op te richten commonsfonds te storten die lokale initiatiefnemers ondersteunt hun project te realiseren.
Dan wordt energie weer een onderdeel van de commons, Onze Energie.

Jeroen den Uyl
Eigenaar van Schatmakers en vuurgever van Oranje Energie, de spilorganisatie van de Amsterdamse burgerbeweging 02025

1) In ‘Powerswitch, naar een vitale samenleving’ wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de regelkring als bruggenhoofd voor een collectieve zelfsturing die stabiel en duurzaam is.

2 ) Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kalkarheffing

Revolutie met recht

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Revolutie met recht

Door Jeroen den Uyl  25 februari 2021

In mijn praktijk van Schatmakers zoek ik altijd hefbomen die doorbraken veroorzaken. Doorbraken die de kanteling van het systeem ten gunste van urgente maatschappelijke vraagstukken versnellen. Een hefboom is het recht. Het recht kan gebruikt worden om de maatschappij te veranderen, ook als de overheid of de markt dat zelf niet wil.

In deze blog lees je er meer over naar aanleiding van het boek van Roger Cox, Revolutie met recht.
Roger Cox is de jurist die de klimaatzaak deed en de Nederlandse overheid tot maatregelen dwong die de overheid zelf niet wilde of klaarblijkelijk niet kon nemen. Hoe bijzonder is het als je met het recht politiek kan bedrijven? Hoe hij dat doet, beschrijft hij in zijn boek Revolutie met recht. Ik kom daar straks nog even op terug.

afbeelding boek revolutie met recht
Democratie voorop? Lang heb ik als rechtgeaard staatsrecht-jurist het recht gezien als een correctie van de overheid die primair tot doel heeft de wetten vast te stellen en uit te voeren. Voor de overheid geldt het primaat van de politiek. We willen in Nederland niet dat de rechter op de stoel van de bestuurder gaat zitten. Want een rechter kan je niet kiezen of wegsturen. Dan zou de politiek overbodig worden en dan doen we de democratie tekort.

Rechter in de marge. In de jaren negentig bracht ik vanuit die overtuiging in de PvdA een groep bestuurders bijeen, die zich zorgen maakten over het fenomeen dat de rechter op allerlei dossiers inhoudelijke afwegingen maakte of leek te maken. Op terreinen waarvan we normaliter de democratisch gelegitimeerde bestuurder hadden verwacht dat deze bevoegd is. Dat leek ons een slechte zaak, een bestuurder heeft beslissingsruimte nodig om te besturen. We waren er van overtuigd dat de rechter de bestuurder de ruimte moet geven om de wetten uit te voeren en deze niet inhoudelijk voor de voeten te lopen. De rechter toetst marginaal op inhoud op basis van de gevolgde beginselen van behoorlijk bestuur. Dat mag echt niet meer dan marginaal zijn, dat was ons doel.

Wetgever dringt rechter terug. De wetgever is mede gestuurd vanuit de politieke arena in de loop van de jaren de interpretatieruimte van de rechter gaan inkrimpen. Een voorbeeld: in de milieuwetgeving werd het begrip ‘belanghebbende’ ingesnoerd, zodat je niet meer bij wijze van spreken vanuit Appingedam een bezwaar kan maken over een bouwwerk in Middelburg. In de toeslagenaffaire hebben we gezien dat de afdeling Rechtspraak van de Raad van State naar het oordeel van de onderzoekscommissie te gouvernementeel is geworden en te volgend en te weinig de zijde van de burger koos. Dat is ook tot deze rechters doorgedrongen; zij zijn gestart met zelfreflectie en zelfcorrectie.

Klimaatzaak. In de tussentijd werd een rechtszaak gestart tegen de rijksoverheid omdat de overheid haar eigen afspraken en beleid niet uitvoert en de geldende doctrines over wat de taak van de overheid is, overtreedt. In deze rechtszaak werd met succes aangevoerd dat de overheid haar eigen milieubeleid en hetgeen daarover vanuit de algemene rechtsbeginselen gezien kan worden als haar taak, niet uitvoert. De overheid doet zelf te weinig, in ieder geval niet wat ze zelf beloofd, én zij vertelt de burgers niet wat de dreiging van de klimaatverandering is en neemt geen of onvoldoende voorzorgsmaatregelen.

Via de rechter beleidshandhaving eisen. Het is zonde als het zover moet komen, omdat we allemaal graag willen dat de overheid gewoon doet wat nodig is. Maar als dat niet gebeurt, dan is via de rechter afdwingen van de uitvoering van beleid een optie. Dat is zelfs aangewezen als de wetgever en regering niet uitvoeren wat zij vanuit de wet en recht moeten doen. Omdat we in een rechtsstaat leven, is het optreden van de rechter in zo’n geval verre van ondermijnend, maar juist versterkend. De rechter versterkt de reguliere, democratisch gekozen wetgever (parlement en regering te samen) door hen – in het geval dat de regering en parlement dat in de praktijk toch niet wil of durft te doen – met steun van de rechterlijke uitspraak tot uitvoering aan te zetten. De geloofwaardigheid en rechtmatigheid van handelen van parlement en regering lopen dan weer in de pas.

Keer om en laat de rechter werken. Dus, ik ben om. Ik kan deze draai maken omdat de rechter op basis van haar plek in de rechtsstaat niets meer doet dan de wetgever en bestuurder aan de algemeen geldende rechtsprincipes houden. Rechtsprincipes die altijd en overal voor iedere entiteit in de rechtsstaat gelden. Rechtsprincipes waar ook de rechter zelf aan is onderworpen. De invloed en de taak van de rechter neemt toe als de overheid haar beleid complex heeft gemaakt. Als de overheid zich verslikt in alle inhoudelijke details, en als de over elkaar buitelende regelingen onontwarbaar zijn, dan leidt dat tot inertie. In het politieke compromissen-landschap van wisselende coalities met verschillende politieke samenstellingen is dat gevaar nog groter. Daarbij speelt ook dat de Europese Unie milieumaatregelen afdwingt waar de Nederlandse coalitieregeringen niet altijd achter kunnen staan. Dat allemaal bevordert geen gezwinde uitvoering van het geldend recht. Als dan het democratisch gekozen parlement geen greep meer heeft op het bestuur, dan is het de beurt aan de rechter.

De hefboom van Cox. Het betoog van Roger Cox is erg simpel en daarmee zo sterk dat het in verschillende toekomstige rechtszaken gebruikt kan gaan worden. De centrale regel is dat iedereen die gevaar ziet in een domein waar hij of zij het beheer over voert, de verantwoordelijkheid heeft om anderen die er mogelijk schade door ondervinden te waarschuwen over dat gevaar en ook maatregelen moet nemen om dat gevaar af te wenden. Dit noemen we goed huisvaderschap. Elke actor in de maatschappij, de burger, bedrijven, overheden en al hun organen zijn ‘onderdanig’ aan dit beginsel. De rechter mag dit huisvaderschap beoordelen. En de rechter is zelf ook onderwerp van dit principe, zij mag haar eigen taken anders interpreteren als daarmee het huisvaderschap van de rechter meer gediend is.

De rechter als hefboom voor doorbraken en transities. Juist in situatie waar het beleid complex is en leidt tot een inertie is de revolutie met recht een optie. Denk aan de voortslepende stapeling van onderzoek naar schade als gevolg van aardgaswinning of aan de gestokte uitvoering van de opname van vluchtelingen uit Moira. Hele duidelijke, pijnlijke inertie van een overheid die geen goed huisvader is.
Het is een hoopvol idee, er staan ons rechtsbeginselen sinds jaar en dag tot onze beschikking die een Revolutie kunnen ontketenen. Ze worden nu dus gebruikt door spitsvondige juristen. Daarmee kunnen relevante maatschappelijke transities en doorbraken gerealiseerd worden. Laten we het recht gebruiken waar het voor is!

Is covid 19 jouw baanbreker

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Is Covid-19 jouw baanbreker?

Door Jeroen den Uyl 29 september 2020

Ik ontmoet veel mensen die een ander beroep aan het zoeken zijn. Ook mensen die een ander deel van hun baan herwaarderen. De meesten hebben enerzijds een gevoel van verlies, maar ook hoop dat zij een nieuwe invulling gaan vinden.

Zo kwam ik Michel tegen, een geluid- en lichttechnicus die in de horeca en leisure werkte. Hij houdt van soundscapes en verlichting omdat het sfeer verhoogt. Covid-19 zal nog jaren impact hebben op zijn branche. Dus studeert hij nu elektrotechniek en loopt hij mee met een SMART-HOME specialist. Want in toenemende mate kunnen mensen in hun eigen huis sfeer maken met licht en geluid. Michel wil en kan daar zijn passie in kwijt, zo pakt Michel zijn carrière switch op.

Of Nicole, zij is ex-directeur van een grote zorginstelling. Zij raakte haar baan kwijt vlak voor de lock down. En die gaf haar in het begin weldadige rust. Ze had hard gewerkt in de tijd ervoor. Maar het werd snel onrustig. Wat wil Nicole nu echt. Nu Covid19 als een kanarie in de kolenmijn aangeeft dat er veel gaat veranderen, wat is dan wijs te doen? Kan ze luisteren naar wat haar roept en daar meer aandacht aan geven.

En dan Erica. Zij geeft zorg aan dementerende ouderen als PGB-er en geeft ook Biodanza voor ouderen. Zij gelooft in haar toegevoegde waarde juist voor deze doelgroep, maar Covid-19 legt een klamme deken over haar werk. Hoe gaat zij om met haar gevoel van verlies, iets wat haar tot nu toe heeft lamgelegd? Wat zijn de ingrediënten van haar passie die nog wel kunnen of met een andere twist? Dat inzicht geeft haar weer flow en moed om de draad op te pakken.

En jij? Herken je dit bij jezelf? Of ken jij mensen in je omgeving waar Covid-19 een baanbreker is? Deze drie verhalen staan voor de mensen die meedoen aan de eendaagse trainingen Corona en jij?. Met de training kan je een grote stap zetten naar een nieuwe invulling van je werk, dat je (professionele) identiteit weer versterkt.

Laten we de effecten van Covid-19 op professionals niet onderschatten. Met Corona en jij? leggen we een gezonde en duurzame basis voor een actieve mensen die leiding houden op hun eigen toekomst.

Wil je meer weten over Corona en jij? https://maatschappijenleiderschap.nl/aanbod/#Corona

Energietransitie vergt onderzoek in breed perspectief

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Energietransitie vergt onderzoek in breed perspectief

Door Jeroen den Uyl 31 augustus 2020

Maandag 24 augustus 2020 werd het rapport Woonlastenneutraal Koopwoningen Verduurzamen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) openbaar. Deze onderzoeksbureaus geven in dat rapport aan dat investeren in de verduurzaming van particuliere woningen nauwelijks renderend is te maken. Met name voor de kleinere huishoudens met een beperkte energielast. Het rapport verdient een weerwoord, want het deugt niet… zeker niet in de stad Amsterdam waar bestuurders en de gemeenschap met de Donut Economy alle thema’s van duurzaamheid willen raken.

Enge visie van onderzoeksbureaus
Op zich is het prima dat financiële prikkels die huiseigenaren ervaren om hun huis te verduurzamen in beeld worden gebracht. In het rapport zijn echter alleen de directe kosten en opbrengsten vergeleken. En in dát plaatje is een groot deel van de particuliere woningen niet rendabel. De vereniging Eigen Huis noemde dit in het NRC een realitycheck.
Het probleem is dat deze ‘werkelijkheid’ erg nauw en beperkt is. Zo nauw dat dit rapport eigenlijk meteen de prullenbak in kan, want het geeft geen werkelijk beeld van de waarden die de investeringen in vastgoed kunnen hebben.

Breed kijken is beter
Dat doet pijn, niet alleen ons, wij (meer dan 2000) Amsterdammers die werken aan 02025 (in 2025 zal Amsterdam volledig op schone energie draaien), want elk onterecht bezwaar dat ons doel belemmert willen wij in het licht zetten en omkeren. Maar het doet ook pijn voor Kate Raworth, de associated professor van de HvA en internationaal erkend specialist van de integrale economie. Ook zij zal met deze eenzijdige blik niet blij zijn. Zij leert ons immers dat we binnen sociale en fysieke bandbreedtes moeten blijven om een sociaal, economisch en fysiek leefbare planeet te houden. In haar boek Donut Economy stelt zij dat rekenschap moet worden gegeven aan de integraliteit van de interventies. Het één heeft invloed op het ander, ongelijksoortige zaken hangen toch samen. Raworth is niet alleen aan de HvA maar ook sterk aan de gemeente Amsterdam verbonden. Amsterdam wil de eerste Donut-proof stad zijn van de wereld. Ze treedt op als leading lady en als cricical friend voor deze opgave. De energietransitie die 02025 voorstaat, heeft een leidende rol in het Donut-proof maken van de stad.

Samenhang in de breedte
Als je breder kan kijken zie je de meerwaarde van investeringen in vastgoed in andere ‘kokers’ en dan blijkt dat er veel meer met elkaar samenhangt en dat de waarde op een complexer niveau in beeld gebracht kan worden. PBL en ASRE hebben dat nagelaten. Daarom geven wij graag een ander beeld.

De potentiële waarde zit in de breedte. Er is een immense energietransitie gaande en we meten alleen de directe investeringskosten en opbrengsten, terwijl in deze transitie veel andere waarden positief worden beïnvloed.
We noemen hier graag een reeks effecten en mogelijke opbrengsten die niet zijn meegenomen in het rapport. De effecten die kunnen worden bewerkstelligd vergen, overigens wel een goed beleid en juiste aansturing, anders missen we deze meerwaarde. Meerwaarde moet je verdienen.

a. Doorwerking in gedrag
Mensen die milieumaatregelen treffen in hun woning, doen dat waarschijnlijk ook eerder in ander gedrag. Denk aan elektrisch rijden, minder vliegen, geen vlees eten, minder fast fashion etc. mensen helpen in het ene vlak heeft een positief effect op andere vlakken.

b. Buurtbinding verhoogt sociale cohesie en vermindert onveiligheid en zorgkosten
Als mensen in hun huis investeren zullen ze hun huis ook langer bewonen. Daardoor is er meer context met de buurt. Dat verhoogt sociale cohesie en daarmee verlaagt het de onveiligheid en de formele zorgkosten.

c. Werk (mits we dat dan wel organiseren)
Als we het goed organiseren kunnen de investeringen ook opleidingen opleveren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of gering opleidingsniveau. En het kan werk opleveren voor mensen die anders werkloos waren. Dat levert een besparing op in sociale zekerheid en rendement op termijn (hogere belastinginkomsten door werkenden). Het heeft daarnaast een zorgkostenbesparend effect (hogere inkomens correleren met lagere zorgkosten). We zullen dan wel maatregelen moeten treffen om de opdrachtenstroom van particulieren zó te bundelen dat aannemers werklozen hier in kunnen betrekken en opleiden.

d. Minder schulden
Als we het goed regelen vergroot het te creëren inkomen uit energie de kans dat mensen schuldenvrij worden (je kan een pandrecht stichten op de energie-installaties (die waarschijnlijk door een tussenpersoon /-organisatie moeten worden gefinancierd en de gebruiker verpandt zijn afname aan deze organisatie (een energie service company).

e. Samenredzaamheid
Als we het goed organiseren kunnen we mensen verlokken om samen energie op te wekken en samen te werken in een coöperatie o.i.d. Dat geeft saamhorigheid, inkomenszekerheid dan wel diversificatie van inkomensbronnen en daarmee stabielere inkomens en last but not least een verhoogde burgerschapskwaliteit. Dat laatste is belangrijk om mensen te leren daadwerkelijk met elkaar samen te werken, investeringsbeslissingen en andere belangrijke besluiten te nemen en dat zij elkaar weten te vinden en verschillen van inzicht leren te overbruggen.

f. Mee oplossen van lerarentekort
Als je de mensen die hun eigen woning verduurzamen hun verhaal laat vertellen, is dat enthousiasmerend. Het boeit als mensen een idee of ideaal omzetten in een daad. In onze praktijk zien we dat kinderen hier heel vatbaar voor zijn. Zij willen meewerken aan de verduurzaming. In Amsterdam hebben we een Donutday georganiseerd om leerlingen in staat te stellen hun eigen energieomwenteling te organiseren. Dat doen we op dagen dat er lerarentekorten zijn. Zo zorgen we voor zingevende onderwijsdagen waar de particulieren die hun woning al Donut-proof maakten de leerlingen laten vonken.

Gemiste kans en een rebound
Deze brede waarden zien we niet terug in het PBL/ASRE-rapport. Het rapport bekijkt economische waarde alleen in de directe causaliteit. De opstellers begrijpen niet dat als je de omwenteling wil begrijpen, je de waarde ervan breder en integraler moet zien. Dan komen onderwijs, sociale zekerheid, zorg, sociale cohesie en integratie ook aan bod. Wij nemen afstand van het ‘koker’denken en lineaire meten zoals we dat in het rapport zien. Het rapport is daardoor verre van Donut-proof. Dat is een gemiste kans dat de energietransitie geen goed doet.
We omarmen Kate Raworth en haar Donut economy. We laten de oude zekerheiden los. Want die gaan ons niet veel verder brengen in het bewerkstelligen van de Donuteconomie. We roepen de overheid op om als ze werkelijk geïnteresseerd is in de waarde van investeringen in milieumaatregelen deze brede benadering van waarde in het onderzoek te betrekken. Laten we een rebound maken. Graag werken wij als beweging die Amsterdam in 2025 op schone energie wil brengen, daar aan mee. Wij brengen graag onze expertise in die de breedte en de meerwaarde van de energiebeweging laat zien.

Auteurs:
Jeroen den Uyl en Huibert Spoorenberg. Beiden zijn als proces- en inhoudelijke experts verbonden aan de beweging 02025 (Amsterdam op schone energie in 2025). Jeroen den Uyl is oprichter van Schatmakers en helpt partijen samen te werken tussen overheid, markt en gemeenschap en Huibert Spoorenberg helpt als zelfstandige architecten en particulieren met het maken van gezonde, comfortabele en energiezuinige woningen.

Corona als kans: vergemeenschappelijking van de zorg

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Corona als kans: vergemeenschappelijking van de zorg

Door Jeroen den Uyl 28 mei 2020

Ik werd getriggered. Ik loop er al een tijdje mee. Voor de doorbraak van het Corona-virus verscheen het rapport ‘De Aangekondigde Ondergang’ van de onderzoekscommissie die onderzoek deed naar het faillissement van de twee ziekenhuizen (Slotervaartziekenhuis en IJsselmeerziekenhuizen) in 2018. Het spreekt helder over een falend zorgstelsel waar de patiënt het nakijken heeft gehad.

Marktwerking in de zorg
Het faillissement van het Slotervaartziekenhuis en de IJsselmeerziekenhuizen maakte duidelijk dat het zorgstelsel heeft gefaald. Het centrale element is de marktwerking. Het is een vreemd idee dat ziekenhuizen worden beschouwd als bedrijven die vrijelijk in de markt kunnen opereren, kunnen fuseren of afstoten etc. De economische rationaliteit is de drijfveer terwijl het gaat over mensen die in een regio wonen met een behoefte aan zorg.

Burgers centraal stellen
Dat kan anders. Als we de burgers nu eens echt centraal stellen? En hun het vertrouwen geven dat zij hun zorg zelf kunnen aansturen? Als we burgers serieus zouden nemen, zouden we hun de keus kunnen laten als individu het huidige systeem te blijven te benutten, of hen over te laten springen naar een collectieve variant waar zij als inwoners van een gebied, gezamenlijk het beheer van de ziekenhuiszorg overnemen. Dat noem ik vergemeenschappelijken. In mijn boek “Powerswitch, afscheid van een dikke overheid en een dikke markt” ga ik hier uitgebreid op.

Burgers weten het veel beter dan we denken, als ze zich maar verantwoordelijk weten, dan komt de wijsheid meteen. Als je ze onmachtig en dociel subject ziet en behandelt, dan gaan zich daar naar gedragen. Nobelprijswinnaar Elinor Oström zei het al: beleidsmakers weten echt niet meer dan wat betrokken burgers al weten. Het idee dat kennis op één plek kan bestaan van waaruit beleid wordt geformuleerd, is achterhaald. Dus zet die burgers dan ook in hun kracht en maak ze verantwoordelijk.

Hoe zien die vergemeenschappelijkte ziekenhuizen eruit?
Basisziekenhuizen zoals Slotervaartziekenhuis en IJsselmeerziekenhuizen verzorgen in wezen een regionale zorgfunctie. Door te vergemeenschappelijken halen we de macht weg bij zorgverzekeraars en overheid. De inwoners financieren het ziekenhuis uit eigen zak (hun ziektekostenpremie is daar ruimschoots voldoende voor). Zijn zij qualitate qua lid van het coöperatieve ziekenhuis en daarmee gezaghebbend over het bestuur, het personeel, de kwaliteit etc. Het ziekenhuis verschaft de zorg, de inwoners zijn eigenaar en daarmee in staat invloed te hebben op het zorgaanbod.

De inwoners bepalen het serviceniveau en het kostenniveau. De meting van kwaliteit gebeurt door de inwoners zelf, al of niet uitbesteed aan een keuringsinstituut. En dus bepalen zij hoe dat dicht bij de patiënten staat. Ook informele zorg, mantelzorg, preventieve zorg, zullen door de inwoners in ogenschouw genomen. Het is onderdeel van hun ‘taak’ geworden. Immers ze hebben baat bij lagere kosten. Gezond verstand krijgt meer ruimte. Waar ze bestaande zorg als maatstaf nemen zijn ze daar natuurlijk vrij in.

Deze omkering stelt inwoners van een gebied als Lelystad en omstreken in staat volledig hun eigen zorg samen te bepalen. Zie hieronder het kaartje van het zogenaamde adherentie-gebied van Lelystad.

kaart van zogenaamde adherentie-gebied van Lelystad
Het zogenaamde adherentie-gebied van Lelystad

Onderlinge verzekering
In wezen is de omkering niets anders dan een onderlinge verzekering. De kosten en risico’s van ziekte van elk individu wordt over de mede-inwoners omgeslagen.

Zorgverzekeraars keren terug naar hun ontstaan
Vergemeenschappelijking van de zorg betekent het einde van de huidige zorgverzekeraars. Ooit waren zij zelf een product van zelforganisatie, van onderlinge verzekeringen. Meestal zijn ze zelf het resultaat van een fusie van talloze kleine lokale verzekeraars. Daar zullen ze weer naar terugkeren. Het medisch personeel zal ook een andere inbedding krijgen, terug naar de bedoeling: minder externe verantwoording, uren declareren, bonnetjes bewaren en onnodige passie-bedervende activiteiten. En in plaats daarvan krijgen zij meer direct contact met de klant, de klant die in wezen behalve klant ook eigenaar is. Een betrokken klant zo te zeggen. Dat verandert de zorg-relatie in een meer horizontale relatie.

Morgen starten (in Winterswijk?)
Dit kan morgen starten. Met een paar heldere randvoorwaarden kunnen we inwoners verlokken over te stappen en eigenaarschap te nemen van hun eigen zorg. Zoals ze dat nu al doen voor buurtzorg en ouderenzorg. Uiteraard vraagt dit politiek leiderschap. De Corona-crisis laat zien dat heilige huisjes makkelijk aangetast kunnen worden. En dat is nodig. Want vergemeenschappelijking tast de macht van zorgverzekeraars en vastgoedbezitter en zorgondernemers aan. Voor politieke leiders die de participatiesamenleving hoog hebben is dit een concrete mogelijkheid daar uitvoering aan te geven.

In een vergemeenschappelijkte ziekenhuiszorg voeren inwoners met elkaar het gesprek over wat goede ziekenhuiszorg is. Weg van de markt en weg van de overheid en op weg naar een vitale samenleving waar mensen hun belang in de zorg samen oplossen.

In Winterswijk dreigt het ziekenhuis verschraald te worden. Daar kan inderdaad op korte termijn gestart worden. Met een goed draagvlak van de locatie gemeente gaat dat vast lukken!

Betrokken inwoners, meer draagvlak voor Corona-maatregelen
En ja wat verandert dit aan de huidige Corona-crisis? Als inwoners zich meer beseffen dat hun eigen ziekenhuis ruimte moet maken voor de Corona-zieken, dan is het draagvlak om je aan de regels te houden groter, om te voorkomen dat het zover komt. Dan is het begrip groter dat er prioriteiten worden gesteld en dat daar ieder persoonlijke gedrag en betrokkenheid voor nodig is. Dan wordt de waardering voor de zorgverleners nog groter. Betrokken inwoners verhogen de kwaliteit en waardering voor de zorg.

Jeroen den Uyl – 28 mei 2020

Er is toch ook hoop: 5 kansen in tijden van Corona.

Schatmakers jagen maatschappelijk ondernemerschap aan. Dankzij maatschappelijk ondernemerschap ontstaat een effectieve samenwerking tussen overheid markt en gemeenschap.

Er is toch ook hoop: 5 kansen in tijden van Corona.

Door Zinzi Stasse 22 april 2020

Volgens mij zijn we overal ter wereld geschrokken van COVID-19 en de gevolgen die deze pandemie met zich meebrengt. Natuurlijk klampen we ons vast aan de hoop dat dit snel overwaait. Daarnaast biedt deze periode ook kansen. Zelden zijn we zo één geweest als wereld. We kampen allemaal met dezelfde uitdagingen en bevinden ons op een kruispunt. We worden met enorme vaart verscheurt uit routines en gedwongen om andere patronen aan te nemen. We tapen uit vaatjes waarvan we niet wisten dat we die hadden, worden gedwongen om creatief te zijn en door te zetten. We zijn tot radicale verandering in staat. Hoe zorgen we dat we NIET terugkeren naar business as usual maar deze periode gebruiken als kans om ons te resetten?
Wat moeten we opgeven? Wat moeten we anders doen? Wat verliezen we als we het anders doen en wat winnen we? Waar zijn we bang voor en wat geeft ons energie en hoop? Hoe kunnen we snelle doch gefundeerde keuzes maken en tot uitvoer brengen? Ik vertel in deze blog iets over mijn eigen lockdown ervaring en 5 kansen die ik zie voor een re-set.

Mijn eigen ervaring
Het is inmiddels alweer meer dan een maand geleden dat Rutte de ‘intelligente lock-down’ aankondigde. Laat ik eerst eens beginnen met mijn persoonlijke beleving van deze maand. Waar Corona eerst een virus was dat vooral China en Noord-Italie in de houdgreep had, ik begin maart nog grappen maakte over mensen die geen handen wilden geven, nam de serieusheid van de zaak als snel toe na de persconferentie van het kabinet op 12 maart. Ook bij ons, in het altijd veilige Nederland is het menens. De boodschap werd kracht bijgezet door het aflassen van events, sluiten van kantoren, horeca, scholen. Dit gebeurde nooit eerder op zo’n grote schaal, in zo’n korte tijd. Veel onzekerheid komt binnen korte tijd ook op mij af. Veel onduidelijkheid over het virus, hoe je andere kunt besmetten of zelf besmet kunt raken, wat veilig is en wat niet. Maar ook angst en onzekerheid over de situatie van geliefdes die in het buitenland zitten of in mindere gezondheid verkeren. Onzekerheid over inkomsten, opdrachten die on hold worden gezet. Ik werd ineens hypochonder en kreeg paniek bij ieder kuchje. In krampachtige modus probeerde ik elk artikel te lezen en het nieuws nauwlettend te volgen. Gevoel van ongeloof, als je door een doodstille binnenstad loopt. Iedere ochtend werd ik wakker alsof ik een nachtmerrie had gehad. ‘Is this really happening???’

Naarmate de tijd verstrijkt ondervind ik langzamerhand ook enkele voordelen. Een deken van rust komt over me heen. Rust omdat ik wat minder hoef en moet. Geen haast meer, niet meer hoeven reizen, niet meer ergens op tijd hoeven zijn. Rust in de stad, geen hordes toeristen, minder verkeer. Tijd voor wat echt belangrijk is. Tijd samen met mijn vriend die normaal veel in het buitenland zit voor werk. Tijd om de benenwagen te nemen in plaats van de fiets en eindelijk je buurt, inclusief leuke buren eens goed te waarderen. Zorg voor familie, vrienden, buren. Zorg voor je eigen gezondheid. Ik sport meer dan ooit en ben begonnen met mediteren. Tijd voor hobbies waarvan ik was vergeten dat ik ze had: knutselen, schilderen. Geen ‘fear of missing out’ meer in het weekend, geen schuldgevoel als ik een weekend niks gedaan heb en ik van vrienden hoor welke fantastische festivals en activiteiten ik gemist heb. Deze crisis is voor mij toch ook wel een moment van bezinning en reflectie.

Minder te doen op werkgebied maakt dat je extra veel tijd kunt besteden aan het hier en nu, de beweging die wereldwijd gaande is. Activisten psychologen, virologen, trendwatchers, economen, kunstenaars, velen grijpen deze tijd aan om publiekelijk te beschouwen, analyseren, conclusies te trekken en adviezen te formuleren. Ook ikzelf bespeur een behoefte om gedachtes te ordenen en op papier te zetten. Het is ook wel lekker een beetje houvast te hebben in deze onzekere tijd over waar het heen moet. Dat geeft de mens toch ook hoop. Ik wil in deze blog daarom vooral stilstaan bij kansen die deze crisis ons kan bieden.

5 kansen

1. Solidariteit, van lokaal naar systeem
Hoewel ik me in de eerst week quarantaine heb verbaasd over de lege schappen (die vanuit psychologisch oogpunt vast te verklaren zijn), is het toch de saamhorigheid en solidariteit die veel indruk hebben gemaakt. Ik zie de beelden nog voor me van uitgeput zorgpersoneel met blauwe plekken in hun gezicht van de mondkapjes die ze dagen lang moeten dragen. En het respect vanuit de maatschappij voor de zorghelden. Van balkonapplaus tot aan thirts met hartjes, iedereen maakt een diepe buiging voor het zorgpersoneel dat veel risico neemt om de kwetsbare tot dienst te zijn. Maar ook buiten de ziekenhuizen zorgen we voor elkaar. De kracht van buurtnetwerken wordt goed zichtbaar. Binnen recordtempo popten er platformen uit de grond die vraag en aanbod van initiatieven in de buurt op elkaar afstemden. En wat worden we creatief in crisistijd. Van kaartjes schijven voor eenzame ouderen, tot aan boodschappen doen voor je buren tot aan het supporten van lokale horeca ondernemers. Niks geen homo economicus, de mens is een sociaal wezen dat in crisistijd terug gaat naar een basisinstinct: zorgen voor elkaar. Dat geeft de burger moed en biedt kansen!

De kans zit m natuurlijk in dat deze fantastische lokale solidariteit, breder trekken. Van lokaal naar nationaal naar mondiaal. Van buurt naar systeem. Want leven in chaos en angst is normale gang van zaken voor bewoners van conflictgebieden. Laten we deze crisis aangrijpen ook solidair te zijn met mensen buiten onze eigen gemeenschap en ons te verplaatsen in anderen. En er voor zorgen dat wij hen een warm welkom heten als zij hun eigen land moeten verlaten door crises.

2. Mag het wat minder?
Het dichtgooien van alle poorten, winkels, bedrijven, was enkele weken nog ondenkbaar. Nu is het realiteit en zijn we er na 6 weken al bijna aan gewend. De (winkel)straten zijn leeg en het aantal vliegbewegingen is nog nooit zo laag geweest. We zijn verplicht aan huis gekluisterd en maken ons digitale manieren van werken snel eigen. In China zijn de quick wins van schonere luchten en minder CO2 uitstoot al snel zichtbaar. Ik merk bij mezelf ook een switch in mijn gedrag als consument: wat heb ik nu echt nodig? We gaan toch iets meer terug naar de basis.
Ik hoop dat deze periode van consuminderen, onszelf minder verplaatsen constant, iets is dat we vast kunnen blijven houden. Nu online werken het nieuwe normaal is, we na de crisis onszelf ook wat vaker afvragen: ‘moet ik voor deze meeting nou echt naar Parijs?’ Tuurlijk halen we veel plezier en energie uit mooie reisjes naar het buitenland maar kunnen het er in plaats van 6 ook 3 zijn?

3. Anders kijken naar waarden
Deze pandemie laat ons ook op bijzondere wijze zien dat wij als mens ook onderdeel uitmaken van een planetair ecosysteem. Wij beheren de natuur niet maar zijn slecht een onderdeel. Hoe wij met de natuur samen leven is van invloed op ons welbevinden. We zijn als mensheid niet onsterfelijk. Het eten van wilde dieren aan de andere kant van de wereld heeft desastreuze gevolgen elders.

4. Inrichten van een nieuwe economie
Eerlijk is eerlijk, we leefden al een tijdje in een zeer comfortabele bubbel. Waar je naar de supermarkt loopt voor avocado’s uit Colombia, je op de markt voor een paar euro een jurk uit China koopt en je vaak kosteloos pakjes vanuit de hele wereld aan huis kan laten bezorgen. Internationale ketens zijn veelal onzichtbaar, de schade van een productieproces aan mens en milieu zijn voor consumenten moeilijk te overzien. Toch drukt deze crisis ons binnen sneltreinvaart met de neus op de feiten. Hoe afhankelijk we zijn van een globaal economisch systeem. Denk maar eens aan de schaarste van mondkapjes. Het laat zien hoe we afhankelijk zijn van toeleveringsketens in bijvoorbeeld China. We zouden gebaat zijn bij sterkere meer autonome lokale en regionale economieën.

Het veranderen van economische systemen, iets wat eerst een onmogelijke opgave leek, lijkt nu misschien dichterbij dan gedacht. Nu we eenmaal hardhandig zijn verscheurd uit vaste routines en patronen, nu we steeds meer gewend raken aan leven met onzekerheid, biedt dit wellicht ook een kans. Niets wordt meer als voorheen, dat is een ding wat zeker is. Kunnen we in de “reset-modus” is de grote vraag. Biedt een reset de mogelijkheid om versneld een nieuwe economie op te bouwen die klimaatneutraal, circulair en inclusief is?

5. Rol van de overheid
Om in reset-modus te komen, speelt zowel de consument, de gemeenschap als de ondernemers en de overheid een belangrijke rol. Met dat laatste wil ik afsluiten. We hebben een overheid nodig die lef heeft en die welzijn boven economische welvaart centraal stelt. Wie de persconferenties van ons kabinet de laatste tijd gevolgd heeft, kan de COVID hier al toe heeft aangezet. Nu is het een kwestie van doorpakken.
Naast dat de overheid een belangrijke rol heeft in het voorkomen van pandemieën, door onderzoek en innovatie te stimuleren om onze volksgezondheid te beschermen, heeft de overheid ook een grote rol in het hervormen van de economie. Denk maar eens aan het heffen van belasting. Juist in deze tijd kunnen wij Nederlanders in onze handjes knijpen met een sterke overheid die door onze belastingbijdragen grote klappen kan opvangen. Maar de overheid kan nog meer sturen naar mijn inziens. Een paar ideetjes:

• Eisen stellen aan overheidssteun. In korte tijd – helaas buiten democratische discussie om- maakte het kabinet de beslissing grote bedrijven als KLM te ondersteunen. Bedrijven die niet bepaald voorloper zijn in de transitie naar een duurzame en inclusieve economie. Juist nu het kabinet de klimaatdiscussie ivm coronacrisis wat naar de achtergrond verschuift, zie ik een geweldige kans dit juist te combineren. Waarom kan de overheid geen duurzaamheidseisen stellen aan het geld dat ze beschikbaar stellen? Dat zou toch een geweldige win-win zijn? Het bedrijf krijgt pas staatsteun als het bedrijf zichzelf creatief hervormd om te voldoen aan ambitieuze klimaat afspraken en bedrijven meer in dienst staan van de maatschappij en planeet.

• De top meer belasten. “KLM trekt bonus topman Elbers in en minister Hoekstra juicht toe”. Poeh poeh. Is dit niet omgekeerde wereld in tijden van crisis? Zou onze nationale top niet juist nu salaris kunnen inleveren? Naar het voorbeeld van Nieuw-Zeelandse premier Ardern, die 20 procent van haar salaris inlevert. In plaats van ingetrokken bonussen toejuichen, kan de overheid de allerrijkste in ons land niet wat meer belasten zodat de mensen met 0-urencontracten zo meteen ook hun vaste lasten kunnen betalen?

• Meer waardering voor cruciale beroepen. Deze crisis laat ons goed inzien hoe belangrijk zorg en onderwijs zijn. Helaas kunnen de “zorghelden” van alleen applaus niet leven en biedt deze periode hopelijk kans op herwaarderen van deze beroepen en herzien van de arbeidsvoorwaarden en komen tot passende salarissen.

• Houdt kunst en cultuur in leven. De cultuursector krijgt 300 miljoen staatssteun en de KLM 2 miljard. Bij KLM werken er 30.000, in cultuur 300.00. En dan te bedenken dat wij juist nu in tijden van reset de creatieven zo hard nodig hebben in het vormen van een nieuwe economie.

• Lokale economieën stimuleren. Door het thuisblijven worden wij als burgers al gedwongen om het lokale meer te waarderen en te stimuleren. En dat doen we ook! Massaal kopen we bij lokale ondernemers. De overheid zou een handje kunnen helpen door hen dezelfde steun te geven als de corporates als lokale ondernemers. Om te voorkomen dat kleine kroegen straks vervangen zijn door ketens en lokale boekhandels opgegeten door Amazon en Bol.com. Ook in tijden van wederopbouw biedt het bevorderen van lokale economie kansen. Het organiseren van een lokale kleine voedselketen maakt ons minder afhankelijk van globale, kwetsbare en onoverzichtelijke systemen.

• Basisinkomen invoeren. Dat we juist in deze periode oude systemen kunne loslaten en nieuwe laten toetreden, laat Spanje al mooi zien. Geschat wordt dat in Spanje minstens 1,5 miljoen mensen dankzij de crisis en noodtoestand zonder werk zijn komen te zitten. Omdat niet iedereen in aanmerking komt voor een uitkering in Spanje zijn er al jaren plannen om een basisinkomen in te voeren. Een tool die over de hele wereld wordt gezien als mogelijk antwoord op de groeiende kloof tussen arm en rijk. De huidige situatie in het land heeft deze plannen versneld. Zou er in Nederland ook een experiment mogelijk zijn met basisinkomen als middel voor armoedebestrijding? Wie weet.

• Minder belasting op arbeid, meer op grondstoffen. Die staatskas moet op een gegeven moment weer gevuld gaan worden. Maar hoe is de vraag? Ik zie kansen om juist nu klimaat in de crisisoptelsom mee te nemen. In economische wederopbouw willen we juist stimuleren dat mensen gaan werken en dat vervuilers gaan betalen. De belasting op arbeid is hoog. En daarmee de arbeidskosten. Maar daardoor zijn de salarissen te laag. Een sterke belastingverlaging op arbeid maakt meer handen aan het bed mogelijk, meer onderwijzers voor de klas. Tegelijkertijd zijn CO2 en stikstof in de atmosfeer en plastic in de oceanen laag belast. Maak dus de belastingen van grondstoffen en vervuiling hoger en arbeid lager en stuur zo op een schone planeet.

Slot
Ik weet niet hoe deze crisis zich verder gaat ontwikkelen maar een ding is zeker: het daagt ons allemaal uit op veel verschillende vlakken. Ik ben benieuwd hoe we deze periode later uitleggen aan onze achterkleinkinderen. Hoe maken we van deze fase een verhaal over hoop voor toekomstige generaties?

Corona laat zien dat wanneer we onze verenigen, radicale versnelling en verandering mogelijk is. Onze creativiteit is grenzeloos.
Ik hoop dat deze periode ons bewustzijn op verschillende fronten vergroot, dat we leren van deze periode en onszelf afvragen in welke wereld wil ik leven? Wat kan ik doen? Een betere wereld begint toch bij jezelf.

Maar… You never walk alone!